anabaena_scheremetievii.330x236_W230_H150_CRCenter95Cyanobacteriën, ook wel blauwalgen genoemd, kunnen gedurende de zomermaanden in zoete oppervlaktewateren een bedreiging voor de volksgezondheid vormen. Dit komt omdat sommige blauwalgensoorten toxines, waaronder microcystine, kunnen produceren. Om die reden worden wateren met een zwemfunctie waar blauwalgen in hoge dichtheden voor kunnen komen gedurende de zomermaanden intensief gecontroleerd. Hierbij wordt, volgens het Blauwalgenprotocol 2012, de hoeveelheid potentieel toxische blauwalgen of de hoeveelheid microcystine bepaald. Komen deze boven bepaalde waarden, dan wordt een waarschuwing of een negatief zwemadvies gegeven. In het ergste geval wordt het zwemwater gesloten. Voor zowel waterbeheerders als exploitanten van een recreatieplas heeft dit vergaande gevolgen met meestal grote financiële schade voor met name de toeristische sector.

Een passende bescherming

Vanwege de verstrekkende economische en maatschappelijke gevolgen is een goede inschatting van het risico van blauwalgen van het grootste belang. Voor een goede risicoanalyse is het zeer belangrijk om onderscheid te kunnen maken tussen blauwalgen die in potentie toxines kunnen produceren en blauwalgen die dit niet kunnen. Dat is met de microscoop niet altijd goed te doen. Sommige beheerders geven daarom de voorkeur aan een meting van het toxinegehalte in het water. Ook dit is echter geen betrouwbare methode. De reden is dat het toxinegehalte in het water in een kort tijdsbestek sterk kan fluctueren, afhankelijk van de conditie van de blauwalgen, het weer en de activiteit van micro-organismen die toxines afbreken.

Toxinegenen

DNA-technologie biedt de mogelijkheid om niet alleen de aanwezigheid aan te tonen van blauwalgen die daadwerkelijk toxine kunnen produceren, maar ook hun hoeveelheid. Deze analysetechniek kwantificeert de hoeveelheid van de voor toxineproductie verantwoordelijke genen. Hiermee ontstaat de mogelijkheid tot het doen van betrouwbare uitspraken over het toxisch potentieel van een blauwalgengemeenschap.

Onderzoek

snn_logoDe bedrijven Sylphium en Koeman en Bijkerk zijn in 2014 gestart met een onderzoeksproject om deze techniek te ontwikkelen. In de zomer van 2016  en 2017 zal deze techniek worden ingezet in veldstudies, om een betrouwbare risicoanalyse te kunnen maken. Het project heeft een doorlooptijd van drie jaar en wordt mede gefinancierd door het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) in het kader van het programma Koers Noord. Launching customer is het Waterschap Hunze en Aa’s, dat ook ondersteuning verleent op het gebied van bemonstering.