Sylphium molecular ecology biedt diverse eDNA testen voor het bepalen van schadelijke (micro)organismen in zwemwater. De eDNA testen bieden de mogelijkheid om met een zeer hoge gevoeligheid, specificiteit en reproduceerbaarheid, het DNA van verschillende organismen in watermonsters kwantitatief of kwalitatief aan te tonen. De beschreven analyses worden ook als kit aangeboden. Zie hiervoor de webshop.

Blauwalgen

Cyanobacteriën, ook wel blauwalgen genoemd, kunnen gedurende de zomermaanden in zoete oppervlaktewateren een bedreiging voor de volksgezondheid vormen. Om die reden worden wateren met een zwemfunctie waar blauwalgen in hoge dichtheden voor kunnen komen gedurende de zomermaanden intensief gecontroleerd. Hierbij wordt, volgens het Blauwalgenprotocol 2012, de hoeveelheid potentieel toxische blauwalgen of de hoeveelheid microcystine bepaald. Komen deze boven bepaalde waarden, dan wordt een waarschuwing of een negatief zwemadvies gegeven. In het ergste geval wordt het zwemwater gesloten. Voor zowel waterbeheerders als exploitanten van een recreatieplas heeft dit vergaande gevolgen met meestal grote financiële schade voor met name de toeristische sector. Vanwege de verstrekkende economische en maatschappelijke gevolgen is een goede inschatting van het risico van blauwalgen van het grootste belang. Voor een goede risicoanalyse is het zeer belangrijk om onderscheid te kunnen maken tussen blauwalgen die in potentie toxines kunnen produceren en blauwalgen die dit niet kunnen. Dat is met de microscoop niet altijd goed te doen. Sommige beheerders geven daarom de voorkeur aan een meting van het toxinegehalte in het water. Ook dit is echter geen betrouwbare methode. De reden is dat het toxinegehalte in het water in een kort tijdsbestek sterk kan fluctueren, afhankelijk van de conditie van de blauwalgen, het weer en de activiteit van micro-organismen die toxines afbreken.

DNA-technologie biedt de mogelijkheid om niet alleen de aanwezigheid aan te tonen van blauwalgen die daadwerkelijk toxine kunnen produceren, maar ook hun hoeveelheid. Deze analysetechniek kwantificeert de hoeveelheid van de voor toxineproductie verantwoordelijke genen. Hiermee ontstaat de mogelijkheid tot het doen van betrouwbare uitspraken over het toxisch potentieel van een blauwalgengemeenschap.

Sylphium molecular ecology biedt voor de volgende toxines kwantitatieve analysis aan: microcystine, anatoxine en cylindrospermopsine.

Zwemmersjeuk

Een veel voorkomend probleem in recreatieplassen is zwemmersjeuk. Dit is een allergische reactie van de huid die wordt veroorzaakt door de parasiet Trichobilharzia

De traditionele test om Trichobilharzia aan te tonen bestaat uit het verzamelen van de gastheerslakken van de parasiet. Deze verzamelde slakken worden vervolgens in een laboratorium onder een lamp geplaatst, waarna de eventueel aanwezige cercaria uit de gastheer vrijkomen. Microscopisch wordt er vervolgens gekeken of deze vrijgekomen cercaria tot de schadelijke Trichobilharzia behoren.

De door Sylphium ontwikkelde eDNA techniek is in staat om de parasiet in het oppervlakte water aan te tonen zonder slakken te hoeven verzamelen en te analyseren op de aanwezigheid van cercaria. Meer informatie kan hier gevonden worden.

E.coli en enterococcen.

Escherichia Coli (E. coli) en intestinale enterokokken (IE) komen voor in de ontlasting van mensen en dieren. De meeste stammen zijn onschadelijk, maar sommige stammen kunnen bij hun gastheren ernstige problemen veroorzaken. Tijdens de zwemwaterkwaliteitscontrole wordt er  gemeten of en in welke mate deze bacteriën in het water voorkomen. Beide bacterie groepen zijn een goede aanwijzing voor de zwemwaterkwaliteit. Sylphium molecular ecology biedt voor beide bacterie-groepen kwantitatieve analyses aan.

Ziekte van Weil (Leptospirose)

Leptospirose (ook wel rattenziekte, melkerskoorts, modderkoorts of moeraskoortsgenoemd) wordt veroorzaakt door pathogene soorten van de Leptospira bacteriën. De bacteriën kunnen worden overgedragen door besmette dieren. Meestal zijn het knaagdieren die de ziekte overdragen. De overdracht vindt gewoonlijk plaats door urine van dieren of door water of aarde die dierlijke urine bevat en in contact komt met open wondjes in de menselijke huid, met de ogen of via de slijmvliezen van de mond of de neus.

In Nederland komt de ziekte van Weil voor. De helft van de bruine ratten blijkt Leptospira bacterie bij zich te dragen. Het wordt als beroepsziekte gezien bij rioleringswerkers en (muskus)ratbestrijders. Nederland kampt met een stijging van het aantal gevallen. De ziekte van Weil staat opgenomen in de B-lijst van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE), en is een aangifteplichtige ziekte. Sylphium molecular ecology biedt een kwalitatieve analyse aan om de ziekte verwekkende Leptospira bacteriën aan te tonen in water.